Contrabas spelen

Contrabasspelen wordt van harte aanbevolen door oud-lid van Hofstads Jeugdorkest:

– Harke Wiersma, contrabassist van het Rotterdams Philharmonisch orkest.

Gemiddeld beginnen kinderen met contrabasspelen tussen 6 en 12 jaar. De orkestacademie beschikt over een beperkt assortiment kindercontrabassen in de maten 1/8, 1/4 en 1/2m en deze worden een half jaar gratis ter beschikking gesteld (zolang de voorraad strekt) als je inschrijft voor een introductieopleiding van 18 lessen. De orkestacademie werkt samen met de volgende contrabasdocenten die lesgeven in diverse Haagse regio’s:

  • Kurt Berger
  • Nicoline Asberg
  • Astrid Schreiner
  • Daniël Lehmann

Onze coördinator contrabas (Marjolein Nieuwenkamp) helpt je graag bij het vinden van een geschikte docent of als je andere vragen over cellospelen hebt. Contact via email : cellobas@orkestacademie.nl

Wil je direct inschrijven voor een introductieopleiding contrabas? Vul dan het aanmeldformulier van de orkestacademie in. Als je het aanmeldformulier hebt opgestuurd betreft dit een voorlopige aanmelding. De aanmelding wordt definitief als er plaatsing bij een muziekdocent is overeengekomen met de ouders/verzorger, inclusief lesdag/tijd.

Kennismaken met de contrabas

Instructiefilmpje  contrabasspelen

Informatie over de Contrabas

De contrabas is het grootste instrument van de strijkersfamilie en maakt de laagste tonen. De bas kan ook hele hoge tonen maken, zogenaamde fluittonen die altijd te horen zijn. De bas is beroemd vanwege haar veelzijdigheid: grommen, piepen, schreeuwen, fluisteren, lachen, huilen of ontroeren, de contrabas kan het allemaal. Soms lijken de contrabassen op een kudde olifanten, soms lijkt het alsof de bas een mooi liedje zingt.

In een orkest is de contrabas onmisbaar. Kijk maar eens goed, de bassen zijn er altijd. Als een rots in de branding begeleiden zij de andere instrumenten, heel soms spelen zij een melodie of een solo. In een orkest kan er één bas zijn, in een groot orkest (een symfonieorkest) zijn het er ook wel eens tien. Dan zitten ze in rijen opgesteld en zijn altijd bezig met spelen. De contrabas vormt onopvallend het fundament van het orkest.

Bassisten hebben het altijd druk, want ze kunnen behalve klassieke muziek ook jazzmuziek, volksmuziek of popmuziek spelen. Overal is wel een plekje voor dit instrument, bij honderd andere muzikanten of in een klein clubje. De contrabas kun je bespelen met een strijkstok, een stukje hout bespannen met paardenharen. Er zijn twee soorten strijkstokken: een Franse die eruit ziet als een vioolstok maar dan iets groter en een grote, Duitse stok die je ‘onderhands’ vasthoudt. Het leuke is dat je op een contrabas ook goed kunt plukken. Je tokkelt de snaar en er ontstaat meteen een swingend geluid. Zo kun je op feestjes altijd de show stelen. Je kunt staan en dan op de contrabas spelen of op een kruk gaan zitten die hoger is dan een gewone stoel.

Net als de viool komt de contrabas oorspronkelijk uit Italië en is gemaakt van hout. Vroeger werd de contrabas violone genoemd of basviool. Ze hadden verschillende vormen en niet altijd hetzelfde aantal snaren. Nu heeft de contrabas vier snaren. Soms is er een vijfde snaar, die klinkt nog lager dan de andere. Dat kun je ook bereiken door de vierde snaar te verlengen. Je linkerarm moet zich dan even iets verder strekken, maar dan komt er een mooi en nog dieper geluid. De contrabas ziet er een beetje uit als een mens, met afhangende schouders en ongeveer net zo groot. Pas maar op, straks gaat de bas nog praten!

keyboard_arrow_up